Hulp aan kansarme kinderen in Mongolië
Mongolië ligt ingeklemd tussen Rusland en China en is bijna vijftig keer zo groot als Nederland. Toch telt het land nog geen 2,5 miljoen inwoners. Een groot deel van de bevolking is nomade, leeft in tenten op de steppen en is afhankelijk van de veeteelt.
Aan het begin van deze eeuw is Mongolië getroffen door een vreselijke natuurramp. Drie jaar lang viel er in de zomer nauwelijks regen, waardoor de grasvlakten verschroeiden en het vee geen vetreserves kon opbouwen, terwijl de winters extreem hard waren. Door de zware sneeuwval kon het sterk vermagerde vee nauwelijks of geen voedsel vinden. Miljoenen dieren kwamen om en daarmee verloren tienduizenden herders hun enige middel van bestaan. Hun armoede is schrijnend.
Bij een vergelijkbare ramp in 1944 konden slachtoffers nog gebruik maken van de collectieve voorzieningen die getroffen waren door de communistische partij, maar sinds het invoeren van de democratie in 1990 is het sociale vangnet verdwenen en worden de nomaden aan hun lot overgelaten. Gezinnen vielen uit elkaar, herders pleegden zelfmoord of raakten aan de drank. Duizenden van hen gaven het nomadenbestaan op en probeerden in de dorpen of de steden werk te vinden. Meestal tevergeefs.
Zwerfkinderen
In de wijde en schaars bevolkte steppen heeft de ontstane armoede voor kinderen rampzalige gevolgen. Velen van hen hebben hun ouders verloren, zijn weggestuurd omdat er geen eten meer voor ze was of gevlucht om aan de huiselijke ellende – honger, drankmisbruik en geweld – te ontsnappen. Sommigen zijn naar de hoofdstad Ulaanbaatar gebracht, waar de overlevingskansen wat groter zijn, en daar op straat achtergelaten. Honderden kinderen leiden er een eenzaam en zwervend bestaan. Ze proberen hun kostje bijeen te scharrelen op vuilnisbelten, verrichten klusjes voor een paar stuivers en bedelen of stelen desnoods om te kunnen overleven.
Hoewel temperaturen van meer dan 25 graden onder het vriespunt in de winter heel normaal zijn, zijn ze nauwelijks beschermd tegen de kou, waardoor ze vingers en tenen kunnen verliezen door bevriezing. Velen van hen zijn zwaar getraumatiseerd en sterven als gevolg van koude, ziekte en ondervoeding. Slechts enkele kinderen hebben het geluk te worden opgevangen in een weeshuis waar ze elementaire hulp krijgen, dat wil zeggen: voedsel, kleding en onderdak.
Stichting Steppekinderen
Als hulporganisatie werken we met een kleine groep vrijwilligers. We steunen een goed functionerend opvanghuis voor zwerfkinderen in Ulaanbaatar en zetten kleinschalige hulpprojecten op om het lot van kansarme kinderen in Mongolië te verbeteren. Wij willen niet alleen voor hun eerste levensbehoeften zorgen, maar ook voor goede medische voorzieningen en verbeteringen op langere termijn. Dit laatste door onderwijs mogelijk te maken en de kinderen zinvolle activiteiten te bieden, waardoor ze een besef van eigenwaarde kunnen ontwikkelen en de kans krijgen om een beroep te leren waarmee ze later in hun eigen onderhoud kunnen voorzien.
We hebben gekozen voor een kleinschalige opzet, zodat onze medewerkers in Nederland en Mongolië het hulpproject volledig kunnen overzien en we kunnen garanderen dat elke cent aan het doel wordt besteed. Zelfs met een relatief klein bedrag kan heel wat worden gedaan, want in Mongolië, waar veel herders amper twintig euro per maand verdienen, is uw geld meer dan het vijfvoudige waard!
Namens de steppekinderen van Mongolië danken we hierbij allen die ons kleinschalige maar belangrijke werk steunen!